Hollandse Meesters
Rembrandt van Rijn (1606-1669) wordt beschouwd als de grootste schilder van Nederland. Zijn beroemdste werk, De Nachtwacht, wordt geschat op 500 miljoen euro. Hij wordt wereldwijd genoemd naast Leonardo da Vinci en Vincent van Gogh. In de 17e eeuw was hij al beroemd; rijke mensen lieten zich graag door hem portretteren. Geboren op 15 juli 1606 in Leiden, koos Rembrandt voor een schilderscarrière in plaats van het molenaarsvak. Hij leerde van Jacob van Swanenburg en Pieter Lastman. Dankzij kunstkenner Constantijn Huygens kreeg hij rijke klanten. In 1634 trouwde hij met Saskia van Uylenburgh. Ze kregen vier kinderen, waarvan alleen Titus volwassen werd. Saskia stierf in 1642, vlak voor de voltooiing van De Nachtwacht. Later vond hij liefde bij Hendrickje Stoffels, die in 1663 aan de pest overleed. Rembrandt stierf in 1669 op 63-jarige leeftijd en werd begraven in de Westerkerk in Amsterdam. Rembrandts meesterwerken, zoals Jeremia treurend over de verwoesting van Jeruzalem en De blindmaking van Simson, kenmerken zich door dramatisch gebruik van licht en schaduw. In De Nachtwacht toont hij schutters vol beweging. Het Joodse bruidje verbeeldt liefde met subtiele gebaren. Rembrandt maakte ongeveer tachtig zelfportretten en experimenteerde met etstechnieken. Zijn schilderijen zijn gedetailleerd en realistisch. Hij gebruikte vaak dikke verf, vooral in werken zoals Het Joodse bruidje. Invloeden van leermeesters en grootheden als Caravaggio en Rubens zijn zichtbaar. Bekende leerlingen zijn Gerrit Dou, Ferdinand Bol en Govert Flinck. Rembrandts werken zijn ook geliefd bij criminelen; Christus in de storm op het meer van Galilea werd in 1990 gestolen en nooit teruggevonden, en het portret van Jacob de Gheyn III werd vier keer gestolen tussen 1966 en 1983. Ondanks zijn succes kampte Rembrandt met schulden en werd in 1656 failliet verklaard door zijn verzamelwoede voor kunstobjecten. Rembrandt van Rijn blijft een iconisch figuur in de kunstwereld, wiens werken en leven tot op de dag van vandaag fascineren en inspireren. Vincent van Gogh besloot pas op 27-jarige leeftijd kunstenaar te worden. In tien jaar (1880-1890) maakte hij circa 900 schilderijen en 1100 werken op papier, en liet 902 brieven na. Vincent Willem van Gogh werd op 30 maart 1853 geboren in Zundert als oudste zoon van dominee Theodorus van Gogh en Anna Cornelia Carbentus. Hij had twee broers en drie zussen. Na een fragmentarische schoolopleiding werkte hij vanaf 1869 bij de Haagse vestiging van kunsthandel Goupil & Cie, waar hij zijn kennis van beeldende kunsten ontwikkelde. Na ontslag in 1876 probeerde hij tevergeefs als leraar en hulpprediker te werken, en later als hulp in een boekhandel. Hij probeerde theologie te studeren, maar haakte af voor het toelatingsexamen. Zijn werk als evangelist in de Belgische Borinage mislukte ook. Uiteindelijk adviseerde zijn broer Theo hem om kunstenaar te worden. Van Gogh maakte zichzelf de tekenkunst eigen door zelfstudie en kopiëren. In 1881 vestigde hij zich bij zijn ouders in Etten en liet zich inspireren door de landelijke omgeving en boerenbevolking. Eind 1881 vertrok hij naar Den Haag voor teken- en schilderlessen bij Anton Mauve. Na een breuk met Sien Hoornik vertrok hij eind 1883 naar Drenthe en daarna naar Nuenen, waar hij De Aardappeleters (1885) schilderde. In 1885 volgde hij korte tijd lessen aan de academie in Antwerpen, maar de traditionele methoden irriteerden hem. Eind februari 1886 verhuisde hij naar Parijs en woonde bij Theo. Hier kwam hij in aanraking met het impressionisme en eigentijdse kunstenaars zoals Paul Gauguin. Begin 1888 vertrok Van Gogh naar Arles en ontwikkelde een eigen schilderstijl. Hij droomde van een kunstenaarsgemeenschap, het Atelier van het Zuiden, met Paul Gauguin als leidsman. In oktober 1888 trok Gauguin bij hem in, maar spanningen tussen hen leidden ertoe dat Van Gogh in een verwarde toestand zijn linkeroorlel afsneed. Hij verbleef enige tijd in het ziekenhuis in Arles en liet zich in april 1889 vrijwillig opnemen in een psychiatrische kliniek in Saint-Rémy. In mei 1890 verliet hij de inrichting en vestigde zich in Auvers-sur-Oise nabij Parijs. Daar schilderde hij opnieuw in een koortsachtig tempo het landschap en boerenleven. Op 27 juli 1890 schoot Van Gogh zichzelf in de borst in een veld bij het dorp, en twee dagen later overleed hij in het bijzijn van Theo. Johannes Vermeer, een bekende kunstschilder uit de Gouden Eeuw, werd pas eeuwen na zijn leven beroemd met werken als "Meisje met de Parel," "Het Melkmeisje," en "Gezicht op Delft." Hij staat bekend als de ‘Sfinx van Delft’ omdat er zo weinig over hem bekend is. Vermeer werd in 1632 geboren in Delft als zoon van satijnwever en kunsthandelaar Reynier Jansz Vos en Dingenum Baltens. Door de eeuwenlange vergetelheid na zijn dood is er weinig over hem bekend. In 1866 werd hij als kunstschilder ontdekt door de Franse criticus Théophile Thoré-Bürger. Er is niet bekend bij welke schilders Vermeer in de leer ging, maar vermoed wordt dat Leonaert Bramer en Carel Fabritius zijn leermeesters waren en dat hij zich liet inspireren door de Utrechtse caravaggisten. In 1653 werd hij lid van het schildersgilde, waar hij verschillende jaren hoofdman van was. Vermeer trouwde in 1653 met Catharina Bolnes, afkomstig uit een welgestelde familie. Waarschijnlijk heeft zijn schoonmoeder hen deels onderhouden. Speciaal voor zijn huwelijk bekeerde de protestantse Vermeer zich tot het katholieke geloof. Uit dit huwelijk werden vijftien kinderen geboren. Vermeer werkte vooral in opdracht. Meer dan de helft van zijn schilderijen hadden één eigenaar: Pieter Claesz van Ruyven, een vriend van Vermeer. Naast schilder was Johannes Vermeer, net als zijn vader, ook kunsthandelaar. Hij schilderde aanvankelijk religieuze en mythologische werken, maar is vooral bekend om zijn alledaagse taferelen van jonge vrouwen, zoals "Meisje met de Parel" en "Het Melkmeisje," waarin hij de 'Hollandse Deugdzaamheid' portretteerde. Zijn vermogen om lichtinval weer te geven is goed te zien in "Gezicht op Delft." Hij maakte waarschijnlijk slechts zo’n 45 schilderijen, waarvan er nog 35 bewaard zijn gebleven, gemiddeld twee à drie per jaar. De kunsthistoricus Ernst Gombrich noemt Vermeers schilderijen 'stillevens van menselijke wezens' en roemt zijn vermogen om perfectie en precisie te bereiken zonder dat zijn werken er moeizaam of hard uitzien. Na het rampjaar 1672 stortte de schilderijenmarkt in, wat Vermeer in geldproblemen bracht. In 1675 leidde dit volgens zijn vrouw tot zijn instorting en overlijden. Omdat Vermeers oeuvre klein was en grotendeels in bezit van één persoon, raakte hij in de vergetelheid. In 1866 werd hij herontdekt door de Franse criticus Théophile Thoré-Bürger, die een monografie over hem schreef en hem roemde om zijn alledaagse taferelen. De Amerikaanse econoom John Michael Montias heeft via documenten geprobeerd om Vermeers leven te reconstrueren. Na zijn herontdekking gingen mensen op zoek naar zijn werken, wat moeilijk bleek door meestervervalsers zoals Han van Meegeren. Inmiddels zijn 35 schilderijen aan Johannes Vermeer toegeschreven.