De werksfeer in de Tweede Kamer: alleen maar kommer en kwel?
In Duplo'er Robin Croes heeft een gastartikel geschreven over zijn werkervaring bij de Tweede Kamer
Als er een plek is waar vaak conflicten plaatsvinden, dan is het wel in de politiek. Vooral in de Tweede Kamer is het de laatste tijd vaak raak. Afgelopen week ontvingen alle kamerbewoners — iedereen die in de Tweede Kamer werkt — nog een e-mail namens de inmiddels voormalig griffier: “Ik heb besloten vandaag mijn taken neer te leggen.” De zoveelste ontwikkeling rondom het conflict tussen de huidige voorzitter en de voormalige voorzitter, dat ontstaan is uit een vermeend conflict tussen de voormalige voorzitter en het ambtelijk personeel. Is de Tweede Kamer dan zo’n toxische werkomgeving?
Afgelopen zomer startte ik met mijn stage bij de VVD-fractie in de Tweede Kamer. Specifiek bij het Tweede Kamerlid Jan Klink, woordvoerder Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ik houd mij vooral bezig met het analyseren van binnengekomen stukken (begrotingen, nota’s, verslagen etc.) en het assisteer bij het opstellen van schriftelijke vragen, moties en spreekteksten. Ook ben ik aanwezig bij gesprekken met belanghebbenden en bij werkbezoeken, waar ik ook altijd actief betrokken wordt. Het is een leerzame werkomgeving waarin je zowel inhoudelijk als processueel veel leert in korte tijd.
De werksfeer is totaal anders dan ik voorheen had verwacht. Ik verwachtte namelijk een formele, statische en ietwat vijandige werkomgeving; vrijwel het tegenovergestelde van een innovatieve startup sfeer. Al snel kwam ik erachter dat mijn verwachtingen, of vooroordelen wat dat betreft, totaal verkeerd waren. De Kamer is een vlotte en dynamische omgeving, niet overdreven formeel en statisch. Om maar een voorbeeld te geven: wie op de afdeling van de partij (waar alle Kamerleden namens de VVD een kantoor houden) een ander aanspreekt met ‘u’, meneer of mevrouw zou een gekke blik krijgen. Zo spreek ik het kamerlid waarbij ik mijn stage loop aan met ‘Jan’, de fractievoorzitter met ‘Sophie’ en zelfs de premier is ‘gewoon’ Mark. Een klein voorbeeld natuurlijk, maar wel tekenend voor de informele sfeer die op de achtergrond heerst.
Nu kun je natuurlijk stellen dat het hierbij gaat om Kamerleden en personeel uit dezelfde politieke partij. Natuurlijk spreek je andere Kamerleden niet aan met hun voornaam en is tutoyeren niet iets dat je automatisch aanneem. Toch doet dit niet af aan de positieve omgeving. Om vanaf het treinstation naar het kantoor te komen, moet ik via de bekende roltrap omhoog, door de beveiligde deuren en dan met de lift naar boven. Via deze liften kun je bij bijna alle Kamerfracties komen. Je deelt de lift dan ook met allerlei partijen, je komt hier als het ware samen. Ik vind de interacties hier vaak interessant: een kamerlid van de VVD dat de jurk van een PVV-lid complimenteert, een JA-21 lid dat tegen een PvdA-lid klaagt over het weer en een FvD-lid dat een Groenlinks-lid succes wenst bij ‘het lange debat vanavond’. Ineens lijkt de politiek ver weg en zijn het collega’s, het lijken net mensen.
Ondanks de collegiale en positieve sfeer vallen veel Kamerleden uit. Het een na het andere kamerlid zit thuis met een burn-out. De meningen over de oorzaak hiervan zijn verdeeld: veel werk, weinig ondersteunende medewerkers of, om het kamerlid Gündoğan te citeren, ‘de hoeveelheid shit’ Kamerleden over zich heen krijgen. Wellicht een combinatie van dit allemaal. Ik hoop dat alle negatieve berichtgeving niet leidt tot een tekort aan talent dat zich op termijn maatschappelijk wil inzetten in de politiek. Hoewel ik vind dat er zeker het een en ander moet veranderen op dit gebied, wil ik benadrukken dat het echt niet alleen maar kommer en kwel is.
N.B. dit artikel is geschreven op persoonlijke titel. In dit artikel wil ik alles behalve de klachten van het ambtelijk personeel bagatelliseren. Ik wil alleen mijn positieve ervaring met de werksfeer benadrukken.