Prinsjesdag met een demissionair kabinet: leeg koffertje aangeboden?

Afgelopen dinsdag was het weer zover: Prinsjesdag. De hoeden werden uit de kast getrokken, de koning droeg hakkelend de regeringsplannen voor het komende jaar voor in de Troonrede en de Miljoenennota en Rijksbegroting werden aangeboden in het koffertje. Dit jaar waren de plannen opgesteld door een demissionair kabinet, vanwege de toeslagenaffaire en de stroeve formatie. Is het niet gek dat een demissionair kabinet zijn plannen voor het komende jaar aanbiedt en de rijksbegroting opstelt? Worden die plannen overboord gegooid zodra er een nieuw kabinet is gevormd? 

Geld moet blijven rollen

De demissionaire status van een kabinet heeft als gevolg dat het kabinet het lopende beleid moet voortzetten en geen besluiten mag nemen over omstreden onderwerpen. Het is aan beide Kamers om te bepalen welke onderwerpen te omstreden zijn om nog voor de verkiezing af te doen. Maar er moet natuurlijk nog wel geregeerd worden. De aanbieding van de Rijksbegroting op Prinsjesdag is een grondwettelijke verplichting en wanneer er geen kabinet is, zal het demissionaire kabinet dit dus moeten doen. 

Deze begroting staat zoals de koning zei “in het teken van uitvoering van lopend beleid. (...) Grote nieuwe keuzes voor langere termijn zijn aan een volgend kabinet. Tegelijkertijd ontslaat dat de zittende regering niet van de plicht te doen wat nodig is.” In de rijksbegroting valt te zien dat grote investeringen nodig geacht worden in veiligheid, klimaat en de woningmarkt.  Komende tien jaar komt er jaarlijks 100 miljoen euro vrij om nieuwbouw te stimuleren. Daarnaast wordt er maar liefst 6,8 miljard euro in het klimaat geïnvesteerd. Dit zou nodig zijn om aan het Urgenda-vonnis, dat de staat verplicht de broeikasgassen met te verminderen, te voldoen.

Slechts een voorstel

De Rijksbegroting komt als een wetsvoorstel binnen bij de Kamers en zal dus eerst goedgekeurd moeten worden voordat het geld volgend jaar kan worden uitgegeven. Bij de Algemene Politieke Beschouwingen voeren fractieleiders debat over de hoofdpunten van de Miljoenennota en de Rijksbegroting. Dit is altijd een politiek hoogtepuntje! Vervolgens zijn de Algemene Financiële Beschouwingen over de financiële aspecten van de Rijksbegroting en zullen de begrotingen per ministerie worden behandeld. Doordat de begroting moet worden goedgekeurd door de Kamers zal het niet snel gebeuren dat een meerderheid instemt met beleid waarvan al duidelijk is dat het aankomende kabinet het niet zal steunen.

Als de Rijksbegroting eenmaal is goedgekeurd, kunnen de ministeries het beleid gaan uitvoeren. Mocht het nieuwe kabinet nu meer geld willen uitgeven bij bepaalde ministeries, dan moeten de ministeries een aanvullende begroting maken. Deze aanvullende begrotingen moeten dan weer door de de Kamers worden goedgekeurd. In de praktijk gaat het bijna altijd om kleine veranderingen in het beleid en dus is het onwaarschijnlijk dat het nieuwe kabinet de goedgekeurde Rijksbegroting 180 graden zal omgooien.

Tegenhanger van prinsjesdag

Maar maakt het (nieuwe) kabinet de plannen van prinsjesdag waar? Dat wordt jaarlijks gecontroleerd op Verantwoordingsdag. Elke derde woensdag presenteren de Rijksoverheid en ministeries hun jaarverslagen aan de Tweede Kamer over wat er terecht is gekomen van de Prinsjesdagplannen van anderhalf jaar daarvoor. Deze tegenhanger krijgt veel minder aandacht dan Prinsjesdag, maar is natuurlijk net zo belangrijk omdat er verantwoording wordt afgelegd over wat er met het belastinggeld is gebeurd.

De Algemene Rekenkamer biedt een rapport aan waarin zij beoordelen of de gewenste beleidsdoelen zijn bereikt en of het kabinet zich aan de wettelijke regels heeft gehouden. Het rapport van afgelopen mei was snoeihard: maarliefst 9,1 miljard euro (2,48 procent van de totale verplichtingen van het Rijk) onrechtmatig is uitgegeven. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat het kabinet het parlement niet informeerde, voordat het tot uitgaven besloot. Volgens de Algemene Rekenkamer komt zo “dehoeksteen van het democratische bestel in het geding”.

Gevuld koffertje

Concluderend, het demissionaire kabinet is dus verplicht om op Prinsjesdag een begroting aan de Kamers voor te leggen. Het zal een beleidsarmere begroting zijn dan vorige jaren, maar het zal wel een aantal forse, noodzakelijke investeringen bevatten en het is daarmee niet een leeg koffertje wat wordt aangeboden. Dit leidt niet tot te grote problemen, omdat de Kamers met die wetsvoorstellen in moeten stemmen. Verder kan het nieuwe kabinet kleine aanpassingen maken in de begroting, maar daarbij is het wel van belang dat deze voorstellen langs de Kamers gaan. Iets waar het vorige kabinet nog wat moeite mee bleek te hebben.

Bronnen

Sluiten