Beleid voor een lachgasballon?

Op Koningsdag toosten wij op de verjaardag van ons staatshoofd. Echter, deze toost loopt wel eens uit de hand; in eerdere jaren was er vaak sprake van excessief alcoholgebruik. Dit alcoholgebruik leidde tot acute gezondheidsproblemen voor de persoon zelf en een grotere beslaglegging op de hulpdiensten. Echter, dit jaar spreken gemeenten over een gevaarlijkere, meer uit de hand gelopen drug: lachgas. Hoe schadelijk is lachgas en is de roep van gemeenten om een landelijk verbod begrijpelijk?

Lachgas is een kleur- en geurloos gas. De werkzame stof in deze drug is di-stikstofmonoxide (N2O). Het gas wordt in de ballon gespoten, waarna men in en uitademt in de ballon. Het inhaleren van deze stof veroorzaakt een korte sterke roes, met een gevoel van bijna-bewustzijnsverlies. Men voelt zich vrolijker, opgewekter en high. Wat men ziet en hoort lijkt tijdens deze roes in elkaar over te lopen. Daarnaast kan deze drug hevige lachbuien veroorzaken, hier komt ook de naam ‘lachgas’ vandaan. De roes heeft een korte duur, maximaal een paar minuten.

Lachgas is van oorsprong een kortdurende pijnstiller, veelal gebruikt door tandartsen en in ambulances. Door het kenmerk van een geneesmiddel viel het onder de Geneesmiddelenwet. Echter, lachgas wordt door een besluit van het Europese Hof in 2016 aangeduid als een middel zonder therapeutische werking. Deze aanduiding classificeert niet als een geneesmiddel onder de Geneesmiddelenwet. Hierdoor valt het nu onder de Warenwet; degene die ballonnen met lachgas aanbiedt voor geld of gratis is daarmee verantwoordelijk voor de veiligheid van het product dat hij of zij levert en het recreatief gebruik van lachgas is zo ook niet meer onrechtmatig.

Bij doorsnee recreatief gebruik van lachgas in Nederland (minder dan tien ballonnen en maandelijks of minder frequent), worden geen gezondheidseffecten verwacht. Bij het direct inademen van het lachgas vanuit de spuitbus kunnen de mond en luchtwegen bevriezen, maar door het gebruik van een ballon verloopt het gebruik van de partydrug meestal zonder problemen. Het doorsnee recreatief gebruik van lachgas is redelijk onschuldig, maar er zijn wel degelijk risico’s bij veelvuldig gebruik. Bij heftig gebruik (dan wel meer dan tien ballonnen binnen drie uur, dan wel frequenter dan maandelijks) is vitaminetekort een risico. Dit vitaminetekort kan op diens beurt leiden tot neurologische schade. Daarnaast zijn risico’s omtrent de verslaving nog onduidelijk.

Hoewel de gezondheidseffecten van de partydrug redelijk klein zijn, is de overlast aanzienlijk; vaak liggen straten na festiviteiten bezaaid met metalen lachgaspatronen die worden gebruikt om het gas in een ballon te spuiten. De gebruikers zelf zorgen voor ook overlast; de roes die de partydrug teweeg brengt veroorzaakt gedrag dat roekelozer is dan dronkenschap. Zo neemt ook het luidruchtige en verstorende gedrag van gebruikers toe.

Gemeenten nemen nu zelf het initiatief om het gebruik van de partydrug te beperken. Zo is het verbod in de gemeenten Alkmaar, Hoorn, Veldhoven en Amstelveen opgenomen in de evenementenvergunning; hierdoor mag de organisator geen lachgas verkopen of weggeven. Maar aan enige verkoop buiten de evenementen kunnen de gemeenten zo niks doen. Doordat landelijke regelgeving en handhaving ontbreekt, ontstaat er veel verwarring over de status van lachgas; terwijl een verkoper van lachgas in Hoorn op Koningsdag een boete kon verwachten, konden verkopers in Amsterdam hun waar vrij aan de man brengen.

Om te concluderen is lachgas bij recreatief gebruik nog relatief onschuldig, maar de gebruikers veroorzaken overlast. Bij evenementen als Koningsdag is het van belang de overlast te minimaliseren, hierdoor is het voor gemeenten begrijpelijk te vragen naar landelijke regelgeving. Persoonlijk denk ik dat lachgas absoluut niet dezelfde mate van overlast veroorzaakt, en dan spreek ik nog niet eens over de hevigere lichamelijke effecten die alcohol te weeg brengt. Landelijke regelgeving over deze partydrug is in mijn ogen dus, hoewel wenselijk, niet noodzakelijk.

Sluiten