Hand in hand, kameraden

7 mei 2017. Het Legioen in de uitverkochte Kuip brult het ‘You’ll Never Walk Alone’. Kort daarvoor zongen de buschauffeurs van de RET hun kelen schor: ‘Mijn Feyenoord, Fey-e-noord, in de Kuip wordt weer gescoord!’ Helaas bleek deze middag dat Feyenoord in de Kuip makkelijker scoort dan in uitwedstrijden. Middenvelder Jens Toornstra, die dit seizoen het record hoogste aantal doelpunten zonder in uitwedstrijden doeltreffend te zijn verbeterde, belichaamt dit feit: ook op het kurkdroge kunstgras in het Van Donge & De Roo Stadion, voorheen Woudestein, kwam Feyenoord en daarmee ook Toornstra niet tot scoren. In dit stadion, gelegen naast de campus van de Erasmus Universiteit, passen een krappe 4.500 supporters, waarvan het overgrote deel de koploper steunde. Het Stadhuisplein was vanaf een uur of tien ’s morgens, vele uren voordat de bal begon te rollen, al met duizenden supporters gevuld. Verder boden de Biergarten, Binnenrotte, Oude Haven en talloze cafés in de regio de mogelijkheid om de kampioenswedstrijd te aanschouwen. Ongekende spanning vormde tezamen met totale gekte het recept voor het grootste Rotterdamse volksfeest sinds de landstitel in 1999. De winst van de UEFA Cup in 2002 werd wegens de moord op politicus Pim Fortuyn maar ingetogen gevierd. Het jarenlange geduld van het hondstrouwe Legioen zou dan eindelijk beloond worden. Na het hele seizoen bovenaan de ranglijst van de Eredivisie te hebben gestaan kon de club uit Rotterdam-Zuid het kampioenschap veiligstellen. Na negentig minuten gevoetbald te hebben had het fluitsignaal voor een orkaan van vreugde in Rotterdam en omstreken moeten zorgen. Helaas mocht het niet zo zijn en zit er voor het Legioen niets anders op dan nog een week in opperste spanning, stress en hoop te moeten leven. Op bezoek bij het kleine broertje uit Kralingen werd Feyenoord totaal verrast, maar bovenal overklast. De roodwitten verloren de wedstrijd kansloos met 3-0 van Excelsior.

Frustratie. Ongeloof. Woede. Maar bovenal teleurstelling. Zelf heb ik het laatste halfuur van de wedstrijd mijn gezicht in mijn Feyenoordsjaal verstopt om een paar traantjes te verbergen. Na de 3-0 werd ik gegrepen door het idee van het doemscenario. Het zal toch niet… Ik was amper twee jaar oud toen Feyenoord voor het laatst kampioen werd. Bij de winst van de UEFA Cup (tegenwoordig Europa League) zat ik in groep 1.  Deze feestjes heb ik vanwege mijn jeugdige leeftijd niet mee mogen vieren. Helaas begon Feyenoord toen ik ouder was steeds slechter te presteren. Zowel op het veld als op financieel gebied werden te veel verliezen geleden, met een uitwedstrijd tegen een Brabantse voetbalclub als het ultieme dieptepunt. ‘Maar hoe groot ook het verlies, hoor daar zingt het Legioen’, zingt Paul de Munnik in zijn nieuwe Feyenoordlied. ‘Maar soms gaat het slecht, toch blijven supporters komen, ook al is het een lange weg’ vullen de eerdergenoemde zingende buschauffeurs aan. De gelegenheidsartiesten van de RET, hetgeen de artiestennaam ‘Rotterdam en Trots’ oplevert, maakten een meezinger op de wijs van kroeghit ‘Sweet Caroline’, waarvan de opbrengsten naar het Sophia Kinderziekenhuis gaan. Ronald Koeman bracht hoop als trainer. Met Giovanni van Bronckhorst en Jean-Paul van Gastel als assistenten aan zijn zijde kon er in het stadion aan de Maas vaker gejuicht worden. De van Manchester City gehuurde John Guidetti en de voorheen immers mislukte Italiaan Graziano Pellè brachten doelpunten en de stijgende lijn werd voortgezet. De club werd in 2012 officieel financieel gezond verklaard en op sportief gebied werd de traditionele topdrie in ere hersteld. Toch lukte het de grootste club uit Rotterdam niet om een vuist jegens Amsterdam en Eindhoven te maken. Tot vorig jaar. Hoewel Feyenoord in de Eredivisie PSV en Ajax voor zich moest dulden (laatstgenoemde verspeelde op de laatste speeldag de titel door gelijk te spelen tegen degradant De Graafschap), was het de teruggekeerde aanvoerder Dirk Kuyt die de beker omhoog mocht houden. Het was voor mij een fantastische beleving om de winst van de KNVB-beker in de Kuip te vieren en dit smaakte dan ook naar meer. In het voetbalseizoen 2016/2017 bleek Feyenoord dan ook sterker dan ooit. Vanaf speelronde 1 staan de Rotterdammers bovenaan, maar toch bestaat de kans dat na de laatste speeldag de koppositie in handen van onze vrienden uit Amsterdam is.

De hoofdstedelingen, die door vriend en vijand liefkozend vernoemd worden naar het Israëlische volk, hebben de afgelopen jaren meer prijzen gepakt dan de Maasstedelingen. Vanavond spelen zij zelfs de halve finale van de Europa League tegen Olympique Lyon. Is het niet mooier om fan te zijn van een club waarbij regelmatig een feestje te vieren is? Is het niet fijn om niet jarenlang te hoeven wachten op een prijs? Tja, feest is altijd leuk. Maar is succes de enige factor om fan van een bepaalde club te zijn? Nee, natuurlijk niet. Waarom ben je dan voor Feyenoord? Dit is een vraag die regelmatig aan mij gesteld wordt en ik vind het lastig om geen cliché antwoord te geven. Ik woon onder de rook van Rotterdam. De supporters zijn fanatiek. Het shirt, logo en het stadion zijn mooi. Ja, dat zal allemaal wel, maar dat zullen supporters van andere clubs ook zeggen. Afgelopen zondag realiseerde ik me pas waarom het zo mooi is om een Feyenoorder te zijn.  De spelersbus van Feyenoord werd met luid gezang en vele fakkels onthaald bij het stadion van Excelsior, waar uren eerder al een supporter uit de lichtmast is gehaald. Bedragen van honderden euro’s zijn betaald om de kampioenswedstrijd in het voormalige Woudestein te kijken. De universiteit was al zo verstandig om de campus hermetisch af te sluiten, daar vanuit sommige gebouwen zicht op het veld te vinden is. Maar wat ik nog het gekste vond, is dat ik in de rij stond voor de Kuip en dat het voelde alsof er een thuiswedstrijd op de planning stond. Het gehele stadion zat vol met vijftigduizend supporters die allen een kaartje van 10 euro (sommigen zelfs voor honderden euro’s meer) hadden gekocht. En waarom? Om een wedstrijd te volgen die op een paar schermen werd uitgezonden. Een kaartje kopen om een wedstrijd om schermen te kijken. Dat zie je toch nergens anders in Nederland? Toen het ‘You’ll Never Walk Alone’ schalde door de mooiste rotstad die er is en ik trots mijn net gekochte sjaal met ‘Landskampioen 2016/2017’ boven mijn hoofd hield, had ik kippenvel van top tot teen. Dit is Feyenoord. De enkele ‘gekkies’ die na de wedstrijd aan het relschoppen waren, dat is geen Feyenoord. De honderden supporters die ondanks het zware verlies de spelersbus opwachtten en hun helden luidkeels een hart onder de riem staken, dat is Feyenoord.

Vanavond zal ik de hoofdstedelingen de zege gunnen. Elke rationele voetbalsupporter (al lijken hier af en toe niet veel van te bestaan) beseft dat Nederlands succes in Europa gunstig is voor het Nederlandse voetbal. En hoewel ik de voetballers uit Mokum in de Eredivisie het licht in de ogen niet gun zal ik als voetballiefhebber juichen als ze tot scoren weten te komen. Prima, win die Europa League maar. Het zal me niet zoveel uitmaken. Zolang Feyenoord die landstitel maar pakt, ik heb er zolang op gewacht. Al wekenlang barst ik van de zenuwen en deze week is dit tot het kookpunt gestegen; een explosie van emotie is naderend. Ik verwacht aankomende zondag duizenden doden te sterven. Het maakt me niet uit hoe, zolang ‘we’ maar winnen. Kom op jongens, ik heb die sjaal niet voor niets gekocht!

Sluiten