De Chinese droom

Wanneer ik op dinsdagavond een paar uurtjes in de supermarkt heb gewerkt, kan ik om halfnegen met een goed gevoel huiswaarts keren: toch weer een leuk zakcentje verdiend. Als ik vervolgens thuis op de bank plof, met de voetjes omhoog, kijk ik altijd even op mijn telefoon of er nog nieuws is op het gebied van mijn favoriete sport: voetbal. Vooral in de maand januari en in de zomerstop kijk ik net iets vaker op de app van Voetbal International dan normaal. Hoewel er dan niet gevoetbald wordt, gebeurt er genoeg in de voetballerij; de transfermarkt is namelijk open. Tegenwoordig lijkt de transfermarkt wel geëxplodeerd: de grens van 100 miljoen euro voor een voetbalspeler is met de komst van Paul Pogba naar Manchester United al overschreden. De absolute topploegen zoals Real Madrid, Paris Saint-Germain en het eerdergenoemde Manchester United hebben genoeg te spenderen. De laatste jaren is er echter een nieuwe speler op de markt. Deze ‘Oosterse tijger’ heeft zich in een paar jaar tijd zelfs ontwikkeld tot de meest vermogende speler op transfermarkt, waar zelfs de steenrijke Russische en Arabische geldschieters niet tegenop kunnen: China.
Ik moest meerdere malen in mijn ogen wrijven toen ik de details van de transfer van Carlos Tévez op het kleine schermpje zag opdoemen. Er ligt een contract voor hem klaar tot 31 december 2018 bij Shanghai Shenhua en dat gaat gepaard met een salaris van €722.000. Ik hoor je denken: ‘Zo, dat is een mooi salaris voor twee jaartjes voetballen!’. Groot zal je verbazing echter zijn als ik je vertel dat dit niet het loon is voor twee jaar, maar voor één week. Eén enkele week, zeven dagen, 168 uur. Zeven ton per week, een ton per dag. Dat zal het salaris zijn voor deze Argentijnse spits, die, eerlijk is eerlijk, zijn beste tijd al wel gehad heeft. Bij een doorgewinterde voetbalfan zal de naam Tévez nog wel bekend in de oren klinken, maar menig voetballeek heeft geen idee wie deze speler dan wel niet mag zijn. Ter vergelijking: Messi, de beste speler ter wereld (ja, beter dan Cristiano Ronaldo) en daarmee ook een van de bekendste voetballers van dit moment, verdient een schamel loontje van vier ton per week. En ik? Ik verdien net iets meer dan het minimumloon en van een salaris als Tévez kan ik enkel dromen. Shit.
The Far East Movement, misschien ken je ze nog wel. Deze rapgroep bestaande uit een viertal Amerikaans-Aziatische rappers scoorden een aantal jaar geleden hits als ‘Like a G6’ en ‘Rocketeer’. Tegenwoordig staat hun naam symbool voor de steeds groter wordende lijst voetballers die de Europese (of in Tévez’ geval de Argentijnse) velden inruilen voor de Chinese competitie: de Brazilianen Hulk, Oscar en Ramires, de Belgische middenvelder Witsel en mijn favoriete spits: Italiaanse ex-Feyenoorder Graziano Pellè. Ook komen er steeds meer Nederlandse invloeden in het Chinese voetbal: Serviër Nemanja Gudelj kon het niet opkroppen om bij Ajax op de bank te zitten en koos voor het Chinese geld, ex-PEC Zwollenaar Trent Sainsbury speelt al een poosje in China en met Tjaronn Chery (ex-ADO, Queens Park Rangers) is de eerste Nederlandse voetballer in China een feit. Daarnaast wordt ook de Hollandse school onderwezen in het Verre Oosten: zo was Clarence Seedorf trainer van Shenzhen Xiangxue, maar is inmiddels ontslagen.

Om een beter beeld te krijgen van de ontwikkelingen in het Chinese voetbal, heb ik twee studiegenootjes met een Chinese achtergrond om hulp gevraagd. David Zheng en Priscilla Wang zijn beter op de hoogte van alles wat er in China gebeurt dan ik, dus zij kunnen mij en daarmee de lezer van relevante informatie voorzien. Ik heb hen een aantal vragen gesteld.

Om te beginnen: waarom wordt er ineens met zulke enorme bedragen gesmeten?
‘De Chinese overheid wil de sport voetbal stimuleren en ziet graag dat het Chinese nationale voetbalteam zo snel mogelijk een plek op het wereldtoneel verwerft. Om die reden worden er nu gigantische bedragen uitgegeven als subsidies aan lokale clubs.’ vertelt David. Priscilla vult aan: ‘Voetbal is internationaal misschien wel de grootste sport en China heeft een enorme binnenlandse markt. In China is voetbal echter helemaal niet zo populair. De overheid stimuleert investeringen in de sport en private ondernemingen zien dan ook grote kansen.’

Hoe komt het dat China nog geen groot voetballand is?
Priscilla en David zijn het er beide over eens dat de Chinezen simpelweg niet goed kunnen voetballen. Dat zou wellicht aan de conditie van de Chinezen kunnen liggen. David stelt dat voetbal niet in de Chinese cultuur zit en dat het erg lastig is om een ‘buitenlands fenomeen’ te integreren in de eigen cultuur. Dit vergt volgens hem enorm veel tijd, investeringen en vooral geduld. Priscilla brengt hierop een interessant feitje aan: ‘Wist je dat de Chinezen het voetbal praktisch uit hebben gevonden? Al in de tweede eeuw voor Christus speelden Chinese soldaten van de Han-dynastie het balspel Cuju, wat door de FIFA wordt gezien als de vroegste vorm van de uiteindelijke sport voetbal!’

‘Al in de tweede eeuw voor Christus speelden Chinese soldaten van de Han-dynastie het balspel Cuju, wat door de FIFA wordt gezien als de vroegste vorm van de uiteindelijke sport voetbal!’

Maar waar komt al dat geld dan vandaan?
Priscilla: ‘Enerzijds heb je de overheid die de sport wil stimuleren en buitenlandse (oud-)voetballers willen werven om de Chinese voetballers te trainen. Vooral de jeugd is belangrijk, president Xi Jinping wil het Chinese voetbalelftal immers binnen een aantal jaar aan te top zien.’ ‘En aangezien grof genomen een op de vijf mensen op de aardbol een Chinees is, zijn er genoeg belastingopbrengsten’ vult David aan. Priscilla vervolgt: ‘Anderzijds heb je de private investeerders die de komst van grote wereldsterren financieren en het voetbal promoten.’ David grinnikt: ‘Ja, uiteindelijk draait alles om geld, vooral in China.’ Daarna vertelt hij een verhaal over, wat hij noemt, ‘cowboys’: ‘Het is in China niet lastig om een subsidie voor je voetbalschool te krijgen, om die reden is het moeilijk om tussen al die voetbalscholen uit te steken. ‘Cowboys’, rijke Chinese investeerders, gebruiken daarom bekende oud-voetballers om bekendheid te verwerven. Een grotere bekendheid betekent een grotere club en dat betekent weer meer subsidie. Zo is Ruud Gullit laatst voor een paar dagen in China geweest en vanwege zijn aanwezigheid hebben ‘cowboys’ een hogere subsidie gekregen.’

‘Laten we niet vergeten dat China nog steeds een mooi verkapte dictatuur is.’

Hoe wordt er door de Chinese bevolking gekeken naar deze ontwikkelingen?
David: ‘Laten we niet vergeten dat China nog steeds een mooi verkapte dictatuur is: het volk heeft heel weinig te vertellen en aan de overheid wordt dus ook niet getwijfeld. Men realiseert immers dat men niks kan maken tegen de wil van de regering.’ ‘Toch vinden de Chinezen de sport wel leuk. Volgens mij staan er ook mensen midden in de nacht op om de Champions League te kijken. En wanneer ik in China ben, vragen mensen nog wel eens wat over Dirk Kuijt!’ schatert Priscilla.

‘Wanneer ik in China ben, vragen mensen nog wel eens wat over Dirk Kuijt!’

Afgelopen week is een nieuwe regel ingevoerd: Chinese clubs mogen nog maar drie spelers van buiten China opstellen en er mogen nog maar vijf niet-Chinezen in de selectie zitten.
David begint: ‘Ja, dit klinkt erg paradoxaal. Het komt doordat de Chinezen door hebben gekregen dat de subsidies op een verkeerde manier worden gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan spelers als Tevez die voor een enorm geldbedrag in China komen voetballen. Even een uitleg in ‘onze’ taal: de regel fungeert als een importquota op buitenlandse voetballers. Uiteraard met het doel om de binnenlandse productie van spelers te stimuleren’. Priscilla vult aan: ‘Het doel van de investeringen is om de Chinezen beter te laten voetballen. Wanneer een buitenlandse speler tien keer zoveel verdient als zijn Chinese medespelers en hij bovendien hun ontwikkeling in de weg staat, is dat natuurlijk niet de bedoeling.’

En hoe zit het met de overname van ADO Den Haag door de heer Wang?
‘Laten we eerst een misverstand wegnemen: ADO is niet overgenomen door Wang, maar door United Vansen.’ corrigeert David mij. ‘Dit bedrijf fungeerde bijvoorbeeld bij de Olympische Spelen van 2008 in Beijing als geldschieter en mede-organisator, hetgeen een trend lijkt te zijn afgelopen periode. United Vansen, waar Wang de eigenaar van is, heeft voor 8,9 miljoen dollar een aandeel van 98% in ADO gekocht.’

‘Bij ADO Den Haag is sprake van een grote Wangorde’

Waarom is er nu zo’n hoop commotie over de betalingen van United Vansen aan ADO Den Haag?
David brandt los: ‘United Vansen wil ADO gebruiken als instrument om het voetbal in China te stimuleren. Zo zou ADO trainers naar China sturen, maar stuurde te weinig en te slechte trainers richting Azië. Dit is in China een erg grote belediging. De omgangscultuur is in China ook heel anders dan in het Westen. Wanneer bij een bedrijf de baas binnenkomt, is iedereen stil en toont respect. Dit leverde frictie op tussen ADO en meneer Wang’. Nicky, die ook in de buurt zit, reageert ad rem: ‘Ja, als Wang binnenkomt bij ADO is er sprake van Wangorde!’ Schaterlachend vervolgt David zijn verhaal: ‘ADO houdt zich dus niet aan de afspraken en spant daarna zelfs een rechtszaak aan tegen de baas. In China zijn dan de rapen gaar. Daarnaast liet Wang eens een vriend meelopen met toenmalig ADO-coach Fräser. Er werd naar hem gekeken alsof hij een groot onbenul was, terwijl hij de assistent-trainer van het Chinese nationale elftal was!’

Momenteel gaat het niet goed met het Nederlandse voetbal. Zouden de investeringen zoals die in China worden gedaan het Nederlandse voetbal kunnen helpen?
David predikt: ‘Het probleem in het Nederlandse voetbal is dat de jonge talenten te snel en te vaak naar het buitenland gaan. De investeringen zouden kunnen helpen, maar dan alleen om de jeugdspelers langer te kunnen behouden. Wanneer hun salaris hoger wordt, is het minder verleidelijk om naar het buitenland te gaan. Maar als de subsidies worden gebruikt om dure spelers uit het buitenland aan te trekken, heeft dat juist een averechts effect.’

Tot slot: president Xi Jinping heeft het doel uitgesproken om binnen vijftien jaar een WK te organiseren én te winnen. Is dat mogelijk?
David is stellig. ‘Nee, het Chinese voetbal staat in de kinderschoenen en het organiseren lijkt mij al zonde van het geld, want de stadions zijn er niet.’ Priscilla schiet bij het horen van deze vraag in de lach: ‘Ik ben echt met stipt de persoon met de minste voetbalkennis, dus met dit soort vragen moet je niet bij mij wezen. Ik denk echter wel dat China een grote markt kan bedienen op bedrijfsniveau. Als voetbal net zo groot wordt als basketbal in China is, dan hoeft het nationale elftal geen eens zo goed te zijn. Chinezen zullen snel kleding, schoenen en dergelijke merchandise van buitenlandse competities willen kopen. Zo kopen Chinezen veel merchandise van de NBA.’

‘Ik denk dat China een grote markt kan bedienen op bedrijfsniveau.’

Nu ik van David en Priscilla meer informatie heb verkregen over het Chinese voetbal, heb ik mijn keuze gemaakt: ik ga mijn voetbalschoenen, die ik vijf jaar geleden aan de wilgen heb gehangen, weer van zolder halen en nu maar hopen op dat belletje uit China.

Sluiten