Referendum Woonvisie, Ja of Nee?
Afgelopen week viel er bij alle Rotterdammers een brief op de deurmat met daarin een stempas. Op 30 november mogen we weer naar de stembus en deze keer wel te verstaan voor een Stadsreferendum Woonvisie. De wat? Precies. Heel leuk en aardig allemaal, maar waar mogen wij, als inwoners van Rotterdam, nou eigenlijk voor stemmen?
Het referendum is er gekomen op initiatief van het Actiecomité Woonreferendum. Om het referendum erdoor te krijgen haalden zij meer dan 13.000 handtekeningen op onder de Rotterdammers. In het plan woonvisie staat hoe Rotterdam zich de komende jaren wil gaan en wil blijven ontwikkelen als woonstad.
Het stadsbestuur vindt dat er te weinig aanbod is voor midden- en hogere inkomensklassen. Ze willen ‘sociale stijgers’ en ‘young potentials’, maar ook gezinnen en studenten naar de stad trekken en vasthouden. Doel is dus eigenlijk dat wij hier na onze studie allemaal blijven plakken! Bovendien verwachten ze dat de vraag naar duurdere woningen zal toenemen. Onder andere door het hogere opleidingsniveau en het aantrekken van deze nieuwe groep mensen.
Wethouder Schneider, van Stedelijke Ontwikkeling en Integratie, wil daarom meer evenwicht brengen in de woningvoorraad. Hoe hij dit wil aanpakken is als volgt: er moeten meer woningen gebouwd worden voor burgers met modale en hogere inkomens én het aantal goedkope woningen moet met 20.000 verminderen. Door goedkope woningen te vervangen voor duurdere willen ze vervolgens probleemwijken verbeteren. Het doel van Schneider is dat als personen in desbetreffende woonwijken meer gaan verdienen ze kunnen doorverhuizen naar duurdere woningen binnen de eigen buurt. Bovendien denkt het bestuur dat een kleiner aanbod van goedkopere woningen zal zorgen voor een lagere toekomstige instroom van huishoudens met een kleine beurs.
Als laatste willen ze gaan werken aan een groener en milieuvriendelijker Rotterdam. Bijvoorbeeld door de verduurzaming van woningen. Ook moeten toestanden als overbewoning en uitbuiting aangepakt worden.
Er zijn grofweg drie groepen die de gevolgen zullen merken van het plan Woonvisie.
Allereerst huishoudens met een modaal of hoger inkomen, ‘sociale stijgers’, en ‘young potentials’. Voor deze groep pakt het plan positief uit, er zullen namelijk 36.000 woningen meer beschikbaar worden. Voor de andere twee groepen is het plan echter iets minder rooskleurig. De eerste van deze twee kunnen we benoemen als de ‘scheefwoners’. Dit zijn mensen die in een goedkope woning leven, maar meer zouden kunnen betalen. Uit het Woononderzoek 2015 blijkt dat er 41.800 van zulke huishoudens zijn en zij zullen volgens woonvisie moeten doorstromen naar duurdere woningen. De laatste groep zijn huishoudens met een inkomen onder de 30.000 euro per jaar. De huizen van deze mensen zullen worden afgebroken of geüpgraded tot duurdere woningen, waardoor ze de huur niet langer kunnen betalen.
De desbetreffende bewoners hebben natuurlijk gewoon recht op een nieuwe woning, daar zorgt huurrecht namelijk voor! Hier zitten echter twee kleine puntjes aan verbonden. Zo hoeft de woning niet in dezelfde wijk gevestigd te zijn en kan de huur aanzienlijk hoger zijn. Dit komt doordat sommige mensen al voor aanzienlijk langere tijd in een woning zitten en hierdoor nog huren betalen die eigenlijk niet van deze tijd zijn.
Daarnaast is doorstroming het toverwoord. Want die ruim 40 duizend scheefhuurders zullen verleid moeten worden door de nieuwbouwwoningen in het middensegment. Hierdoor komen dan ook goedkope woningen vrij die niet gesloopt worden. Ook het bouwen van ouderenwoningen zou hierbij moeten helpen, omdat oudere stellen dan eerder hun goedkope eengezinswoning verlaten.
De grootste veranderingen uit het plan zullen, “surprise”, plaats vinden in Rotterdam-Zuid. De gemeente wil hier 10.000 particuliere woningen opkopen en opknappen. De wijken Bloemhof, Hillesluis, Afrikaanderwijk, Feijenoord, Tarwewijk, Carnisse en Oud-Charlois moeten een mix gaan worden van goedkopere, middeldure en duurdere huur- en koopwoningen. Alle gesloopte woningen zullen vervangen worden door duurdere woningen.
Ook voor de rest van Rotterdam zijn er plannen, alleen bewoners van Noord of ten westen van de Schie kunnen rustig verder slapen. De gemeente heeft voor deze wijken namelijk geen grootse plannen.
Tenslotte wil de gemeente dat buurtgemeentes, zoals Capelle aan den IJssel en Barendrecht, meer in sociale woningbouw gaan investeren. Op dit moment hebben de buurgemeentes namelijk relatief weinig sociale woningbouw en veel aanbod voor de middenklasse. Rotterdam heeft daarentegen een ‘aanzuigende werking’ op mensen met een wat kleine portemonnee, omdat de stad momenteel relatief veel goedkopere woningen heeft.
De grote vraag in dit referendum is natuurlijk niet of Rotterdam wel milieuvriendelijker mag worden, de vraagtekens zitten hem in het punt of we wel zo veel goedkope woningen kunnen missen. En daarin zit ook nog de vraag wat je rekent tot goedkopere-, duurdere- en sociale woningen en wie er aangeduid kan worden als ‘scheefhuurder’. Zo trekt de gemeente al weer andere grenzen dan bijvoorbeeld Rijksoverheid.
Naast dit verschil zijn er nog een hele hoop andere vragen. Waarom zou er gesloopt moeten worden? Kunnen we niet alleen duurdere woningen bij bouwen? Wordt er überhaupt wel genoeg bijgebouwd? En bovenal, wie moet het plan Woonvisie eigenlijk gaan betalen?
Maar misschien nog wel belangrijker, is dit plan een goed of slecht idee? Stem je JA of stem je NEE?