Nieuwe verkiezingen... wat betekent dit voor de rechtstaat?

‘High grades, enough sleep, a social life – now pick two’. We kennen allemaal dit grapje dat ons duidelijk probeert te maken dat, ondanks dat we alle drie deze dingen nastreven, vaak maar in staat zijn om slechts twee hiervan gelijktijdig te bereiken. Maar laten we dit ‘grapje’ doortrekken op de trias politica.  De meeste Westerse democratieën streven naar een scheiding van en een machtsevenwicht tussen de uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende macht. Recente ontwikkelingen wijzen er echter steeds meer op dat ook binnen onze Westerse democratieën een trias politica niet meer haalbaar is. Er is hierbinnen steeds meer sprake van een duas politica, en soms gaat deze zelfs al richting een unitas polica [1].

 

Dat een trias politica niet meer haalbaar is en er, in plaats van een machtsevenwicht, steeds meer spanningen ontstaan tussen de drie machten, wil ik illustreren aan de hand van een recent onderzoek [2], waarin de verkiezingsprogramma’s van de verkiesbare partijen van dit jaar centraal staan. In dit onderzoek, verricht door een groep onafhankelijke hoogleraren en advocaten, is het rechtstatelijke gehalte van de verkiezingsprogramma’s getoetst – met andere woorden, de machtsverhoudingen tussen enerzijds de rechtsprekende macht en anderzijds de uitvoerende en wetgevende macht. Wat blijkt ? Alle partijen, met uitzondering van de ChristenUnie, doen voorstellen die afbreuk ‘zouden kunnen doen’ aan de rechtstaat. Maar liefst 5 van de dertien partijen hebben zelfs voorstellen in hun partijprogramma die ontegenzeggelijk in strijd zijn met de rechtstaat. In hun programma bieden de partijen dergelijke voorstellen aan als oplossing voor problemen waarmee de Westerse wereld op het moment te kampen heeft, zoals vluchtelingenstromen en terrorisme. Echter, ze lijken in het zoeken naar een oplossing te zijn vergeten dat de oplossing niet alleen het probleem moet aanpakken, maar dat deze tevens niet nieuwe problemen zou moeten creëren of bestaande rechten zou moeten beperken. De voorstellen die de partijen doen maken namelijk veelal een inbreuk op rechtszekerheid, de toegang tot een onafhankelijke rechter of op fundamentele mensenrechten.

Welke partijen zijn dit dan en wat zijn diens voorstellen ? [3]  Het zal de meesten niet verbazen dat in het onderzoeksrapport PVV genoemd wordt als een van de partijen waarvan het programma tegen de principes van de rechtstaat in druist: 5 van de 10 programmapunten zijn in strijd met de rechtstaat. De PVV’s stelt voor om de grenzen voor islamitische vluchtelingen te sluiten en om Syriëgangers niet meer te laten terugkeren naar Nederland. Het weigeren om immigranten op te nemen op grond van diens geloof druist natuurlijk in tegen de gelijke behandeling waar we in Nederland vanuit gaan en staat lijnrecht tegenover het verbod op discriminatie op grond van geloof (artikel 1 GW). Daarnaast doet het verbannen van Syriëgangers afbreuk aan de rechtsbescherming die een iedere hoort te genieten (artikel 6 EVRM). De PVV gaat zelfs verder dan dit en wil de fundamentele vrijheden van moslims in ons land verregaand beperken. De partij stelt voor om islamitische scholen te sluiten, de Koran te verbieden, raciale moslims preventief op te sluiten en hoofddoekjes in publieke functies te weren alsmede overige islamitische uitingen die in strijd zijn met de openbare orde te verbieden. Deze beperkingen tasten de vrijheid van godsdienst aan (artikel 6 GW), het discriminatiebeginsel (artikel 1 GW), de vrijheid van onderwijs (artikel 14 GW), de vrijheid van meningsuiting (artikel 7 GW) en het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM).

Deze voorstellen van de PVV zijn bij de meesten van ons wel bekend. Maar wist je dat andere grote partijen, waarvan je het toch niet zou verwachten, ook behoorlijk ingrijpende voorstellen hebben ? Neem bijvoorbeeld de VVD. De VVD wil de directe werking van internationale verdragen, en daarmee artikel 93 en 94 GW, inperken door hieraan toe te voegen “… behoudens voor zover bij wet anders is bepaald “. Ook wil zij de rechterlijke interpretatie van mensenrechten terugdringen. Zij stellen namelijk dat deze verdragen in de weg staan aan hun immigratiebeleid. Ze vergeten echter dat dit plan een ernstige inbreuk kan maken op het zich kunnen beroepen op mensenrechten voor de rechter. Als de directe werking van internationale verdragen onderuit wordt gehaald, zal een burger zich niet meer kunnen beroepen op een ieder verbindende bepaling uit belangrijke mensenrechtenverdragen als het EVRM. Dit is in grote mate problematisch voor de bescherming van mensenrechten. Immers, fundamentele rechten van de burger enkel vastgelegd in internationale verdragen en in de Grondwet. Maar, in Nederland is constitutionele toetsing verboden (artikel 120 GW). Als de regering nu een wet wil uitvaardigen, die in gaat tegen fundamentele mensenrechten als het recht op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging (artikel 6 GW en artikel 9 EVRM), het recht op de vrijheid van meningsuiting (artikel 7 GW en artikel 10 EVRM) of het verbod op discriminatie (artikel 1 GW en 14 EVRM), kan de rechter nietsdoen om de burgers in zijn rechten te beschermen. Immers, toetsing van de betreffende wet aan zowel de Grondwet als aan internationale verdragen als het EVRM is dan uitgesloten. Ook stelt deze partij voor om van terroristen die enkel de Nederlandse nationaliteit bezitten, hun Nederlanderschap, en daarmee hun Europees burgerschap, te ontnemen (in strijd met het verbod op het stateloos maken van burgers: HJvEU Rottmann) en het recht op bijstand op te heffen voor mensen die de Nederlandse taal niet goed beheersen (in strijd met het verbod op willekeur en gelijkheidsbeginsel: artikel 1 GW).

Naast de VVD hebben ook andere grote partijen als de SGP, VNL en het CDA plannen die in gaan tegen de principes van de rechtstaat. Zelfs plannen die op het eerste oog onschuldig lijken kunnen al tegen fundamentele rechten ingaan. Neem bijvoorbeeld het voorstel van het CDA om het doen van anonieme aangifte mogelijk te maken. Dit biedt extra bescherming voor de aangever. Maar, deze bescherming voor de aangever gaat ten koste van de rechten van de verdachte. De verdachte zal namelijk niet in staat zijn om de aangever te kunnen ondervragen. Dit staat in de weg aan het recht van de verdachte op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM). Ook met wil het CDA de financiering van moskeeën en islamitische organisaties door buitenlandse overheden verbieden, hetgeen weer in strijd is met het verbod op discriminatie (artikel 1 GW).

 

Kortom, de plannen in de verkiezingsprogramma’s van vele partijen staan haaks op de rechtstaat en zorgen voor een grote verschuiving van macht van de rechtsprekende macht naar de uitvoerende en wetgevende macht. Het verstoort nog meer het machtsevenwicht tussen de drie machten, zoals deze ooit werd voorgesteld door Montesquieu in de trias politica. Dit geldt helaas niet alleen voor Nederland, maar ook andere Europese landen en – het kan haast niet anders met Trump – ook voor Amerika. De vraag is in hoeverre burgers deze ontwikkeling zullen toestaan en hoe zorgelijk en onwenselijk zij deze aantasting van de rechtstaat achten, wanneer hiermee toch dreigende problemen zouden kunnen worden ‘opgelost’.

 

 

[1] Brenninkmeijer, A. (2012). Unitas Politica. NJB2012(3).

[2] Kas, A. (14 februari 2017) Hoogleraar rechtsfilosofie: ‘Politici brengen rechtsstaat in gevaar’. NRC.https://www.nrc.nl/nieuws/2017/02/14/politici-brengen-rechtsstaat-in-gevaar-6674160-a1545915

[3] Voor het volledige onderzoeksrapport, zie: https://www.scribd.com/document/339286916/Commissie-rechtsstatelijkheid-in-verkiezingsprogramma-s-2017#from_embed

Sluiten